kaart
Jungle
Dag 6: Dinsdag, 28 oktober 2008
Het regent nog wanneer we wakker worden, een wekker heb je hier
niet nodig. De geluiden van de jungle zijn heel fijn om mee wakker te worden,
alleen de regen baart ons nog wat zorgen. Stappen met zo een zware regenponcho
lijkt ons niet echt aangenaam. De muggen hebben we gelukkig kunnen bedwingen,
enkel Christian heeft er liefst negentien op zijn rug. Hem herdopen tot Jezus of
Gesus heeft niet mogen baten. Er waten nogal wat misverstanden over de namen en
dus hebben we bijna iedereen een andere naam gegeven. ’t Zal wel de running joke
van de komende dagen worden. Alsof onze eigen Jezus er iets mee te maken had,
stopte de regen bij aanvang van het ontbijt, wat in dit geval een ei en warme
broodjes schafte. Er is ook koffie, thee en chocomelk bij het ontbijt, wat een
luxe.
Ons dagprogramma schaft een fixe wandeling langs twee watervallen en in de
namiddag een bezoek aan inheemse bewoners. Vier uur wandelen in deze
rubberlaarzen is echt geen lachertje, iedere kleine steen of tak voel je alsof
je er met de blote voeten op staat. Slijk en modder vliegen rond onze oren en
het duurt niet lang of we staan nat in het zweet. De zon is ondertussen al weer
stevig van de partij...we zien af. Veel dieren komen we niet tegen op onze tocht
en we zijn blij als we de eerste van de twee watervallen bereiken. Midden in de
jungle kleden we ons om, we moeten nog even zwemmen om de waterval te bereiken.
Naar deze waterval leidt geen gemarkeerd pad zoals die van gisteren. Het water
is heerlijk en de setting komt recht uit een film. Prachtig is die waterval...
Na een lange pauze zetten we onze tocht verder door de rivier naar de waterval
van gisteren. Auw, auw mijn voeten, we zien af. We hebben niet de moeite genomen
ons terug om te kleden en lopen in badpak door de jungle. Maar het is verder dan
we dachten de sfeer zakt onder nul, we zijn het grondig beu. We zijn zo
opgelucht als we de waterval bereiken dat we alles van ons afgooien en zo snel
als we kunnen het koude water trotseren. We weten dat we nu niet meer ver van
het kamp zijn en dat het eten niet lang op zich zal laten wachten.
Een stevig onweer gooit roet in het eten, het bezoek aan de volkeren wordt
uitgesteld tot morgen. Maar goed ook, want we zien er niet uit. Angel heeft ons
gezicht en armen vol getekend met Ecuadoriaanse partonen met behulp van een
vrucht uit de jungle. Niemand vindt het echt erg dat we niet meer op stap gaan
en we verdrijven de tijd met gezever. Vlak voor het donker wordt, vertrekken we
naar onze slaapplaats. We eten er lookspagetti, veel meer dan deegwaren met look
en tomaat was het niet. We laten de malariapillen ook maar vallen want blijkbaar
is hier op deze hoogte geen malaria. De groep kan het goed met elkaar vinden en
terwijl een nieuw onweer aanzet, brengt een klein kampvuur met bier sfeer en
houdt het de muggen op afstand. We gaan redelijk vlug slapen voor het onweer
helemaal losbarst.